vrijdag 17 mei 2013

Knipsels en kopieën - Jan Ott (1758-1810)

Jan Ott, zoon van Pieter Ott & Maritje Sloos te Hoorn


Verslag inspectie onderwijs 4 maart 1806 (archief Haarlem 89.26):

Met onderscheiding moet ik echter spreken van sommige verdienstelijke mannen, welke zich met lof beijveren; b.v. te Venhuizen, Schuitemaker; te Hoogkarspel, Brandenburg; te Benningbroek, Schenk; te Sijbekarspel Renoij; Kwantes te Twisk:

Zoo woonde ik ook met het grootste genoegen, in de school van Meester Ott, te Wognum, een geheelen schooltijd bij. Zijne school, strekt tot een onbetwistbaar bewijs, dat het de klagten de[r] tragen en werkeloozen zijn, die zich op de vooroordeelen der ingezetenen tegen al wat nieuw is, beroepen, en, -het daarom bij het oude laten blijven.

In eenen oord wonende, waar ingezetenen meer dan elders wegens gehechtheid aan het oude beschuldigd worden, heeft hij echter zijne school zeer wel ingericht, en vond ik bij velen, redenen, om met een neergeslagen gemoed de school te verlaten, hier toog ik overvloedige redenen aan, om mij te verblijden over het goede, het geen deze, reeds bejaarde man, hier sticht.

De school, is een der ruimste, luchtigste, geschikste locaalen, welke ik op mijnen weg ontmoette. Er ontbreekt slechts een kagchel of vuurplaats voor den winter. De school met genoegzame leerborden voorzien, deed ik hem echter opmerken, dat er eene goede kaart ontbrak, en ik beloofde hem, pogingen te zullen doen, om voor eerst [?], eene goede kaart van Dregterland, te bezorgen.



Verslag inspectie onderwijs 26 juni 1809 (archief Haarlem 89.38), 
t.b.v. vergadering 17 juli 1809:


Wognum den 26n van zomermaand [juni].
Jan Ott op ond. 2e R.

Hier ging alles den ouden gang.

Eene talrijke school van 71 kinderen, wel geklassificeert, en in goede orde.

Wel oplettend onderwijs, maar zonder oordeel.

De meester, een ouderwetsch, knap vlijtig, bescheiden schoolmeester - doch zich schikkende naar de verordeningen.

Goede boeken; leerzame en wel geschrevene voorschriften.

Eenige goede schrijvers - het lezen te luid en zangerig. 10 à 12 rekenaars in de allereerste beginselen.

Reinheid en zindelijkheid, beschaafdheid en zedelijkheid, mag ik hier roemen. De onderwijzer is hier in voorbeeldig.

Het schoolvertrek is zeer wel ingerigt, ruim en luchtig. Eene stookplaats ter verwarming, zoude met weinige kosten kunnen gemaakt worden.

Herhaalde aanzoeken bij het gemeente bestuur, tot verkrijging van een klein sommetje voor prijsjes tot aanmoediging, hebben niets uitgewerkt - als beloften.



Let op het verschil:
In 1806 werd Jan Ott nog geprezen als modern en vooruitstrevend (t.o.v. de dorpsbewoners), in 1809 echter als ouderwetsch, doch zich schikkende naar de verordeningen.


Koninklijke courant, 16 juni 1810:


Oprechte Haarlemse courant, 21 juni 1810:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten